Gemeentelijke kredietbanken hanteren torenhoge tarieven voor leningen die zijn bedoeld voor mensen met financiële problemen. In 132 Nederlandse gemeenten moeten mensen rentes tussen de 12 en 14 procent betalen voor sociale kredieten. Ook lopen de tarieven tussen verschillende gemeenten sterk uiteen, blijkt uit onderzoek van het televisieprogramma Kassa.
Voor mensen die geld willen lenen kan een paar kilometer een groot verschil betekenen. Terwijl inwoners van de gemeente Krimpenerwaard bij de kredietbank van Rotterdam 3 procent rente betalen, zijn inwoners van buurgemeente Molenwaard 12 procent kwijt. Den Haag hanteert met 2,1 procent het laagste tarief, Amsterdam zit met 13 procent in de hoogste regionen. In negentien gemeenten wordt het wettelijke maximumtarief van 14 procent per jaar gehanteerd.
De NVVK, de koepelorganisatie van schuldhulpverleners en kredietbanken, wijst met de beschuldigende vinger naar de gemeenten. Kredietbanken zijn sociale instellingen voor mensen die bij andere kredietverstrekkers worden geweigerd. Zij kunnen de rentetarieven volgens de NVVK alleen laag houden als gemeenten financieel bijspringen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) was niet direct bereikbaar voor commentaar.
308 van de 388 gemeenten die werden benaderd door het programma, deden mee aan het onderzoek. 119 gemeenten zeggen helemaal geen sociale leningen te bieden aan hun inwoners. Bewoners van gemeenten zonder kredietbank kunnen aankloppen bij de Kredietbank Nederland, waar een maximum rentetarief van 12,6 procent geldt.